Plan Openbare Ruimte voor Borneo/Sporenburg, 1996
Gepoogd is met in het achterhoofd het Nietzscheaanse motto ‘overdaad is de vijand van de noodzaak’, een maaiveldinrichting te ontwerpen die eenzelfde nuchtere, intrigerende eenvoud heeft als de stedenbouwkundige visie van Adriaan Geuze. Een beperkt aantal hoogwaardige materialen in combinatie met een ingetogen, consequent doorgevoerde vormgeving op alle schaalniveaus moeten een enigszins gedistingeerde sfeer bewerkstelligen. De openbare ruimte wordt niet onherstelbaar opgevrolijkt met allerlei onnodige verschillen en opvallend vormgegeven straatmeubilair.
Hoge brede trottoirbanden, rode klinkers en Scoria Bricks
Uitgangspunt voor ons was het gewone, herkenbare Amsterdamse straatprofiel, opgebouwd uit trottoirs, een rijbaan en een parkeerstrook. In zowel het trottoir, rijbaan als parkeerstrook is de rode gebakken klinker toegepast. Het formaat en verband is enkel verschillend. Zestig cm. brede, en 18cm. hoge trottoirbanden zijn het opvallende element in de van gevel tot gevel met rode klinkers geplaveide straten. De banden bevestigen en versterken de status van het trottoir als voetgangersgebied.
Drie grote landschappelijke elementen: het hellende plein op de Piet Heintunnel, de diagonale groenstrook en het plein op de kop van Sporenburg krijgen een afwijkende inrichting.
Uit het materiaalgebruik, bestratingspatroon en detaillering blijkt de onderlinge verwantschap tussen de kades, straten en straatjes op beide schiereilanden.
Uitvoering 1998-2005
Ontwerp i.s.m. Wim Hendriks